Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw [3]handelingen en uw [4]geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader was [5]een Amoriet en uw moeder een [6]Hethietische. 3. Velen verstaan hierdoor al het bedrijf van het gehele Israelietische volk, in het stukk van den godsdienst; waaronder ook te begrijpen zijn de werken rakende den wandel des levens. Anderen vertalen dit woord afkomsten, of geslachten, oorsprongen, woningen, of verkeringen. 4. Dat is, de beginselen en de oorsprongen van uw voorgemelde handelingen zijn niet uit Abraham en Sara, van wie gij u beroemt afkomstig te wezen, maar uit de afgodische en goddeloze heidenen, welker doen gij nagevolgd hebt, ontaardende van het geloof en de werken van uwen vader Abraham; vergelijk Joh.8:39; Rom.2:28; en Rom.9:7,8. Sommigen menen dat het Hebreeuwse woord hier in het getal van velen gesteld wordt, om aan te wijzen dat de Israelieten altijd verscheidene afgodische godsdiensten nagevolgd hebben, met een niet tevreden zijnde. 5. Zie van de afkomst van dit volk, Gen.10:16, en van derzelver boosheid, Gen.15:16. 6. Van der Hethieten afkomst, zie Gen.10:15, en van hunne boosheid, Gen.27:46.